zondag 23 juni 2013

zondag 23-6

Dat was een rommelig nachtje op het gemeenschapsweekend. Ik sliep bij Laurens, Floris en Myrthe. De een snurkte, de ander frommelde met dekentjes en alledrie hadden ze om 6.30 genoeg van de nacht en ik nog lang niet :( Stefan sliep op een kamer alleen en heeft een goede nachtrust gehad vergeleken met normaal. Anne, Matthijs en Edith sliepen ook bij elkaar. Daar was rond 4.00 uur wat onenigheid over wel of niet een lamp aan, maar verder geen bijzonderheden.

Goed, conclusie: Ik ben wat vermoeid vandaag.

Op zo'n weekend komen veel emoties op je af. De kinderen hebben hebben het geweldig gehad en waren er echt even uit. Voor Stefan en mij lag dat anders. Stefan was helemaal niet lekker vanmorgen. Helaas was hij niet in staat bij de afsluitende Eucharistieviering van het weekend aanwezig te zijn. Hij had last van misselijkheid en beenkramp. Bijwerkingen van de chemo.We zaten dus met zijn zevenen in de kerk. Ik miste Stefan. De kinderen waren geweldig. Matthijs heeft liefdevol en zorgzaam Edith, Laurens en Floris naar de kinderwoorddienst begeleid en ik was dankbaar en blij voor de zorg die ze steeds voor elkaar hebben. Toch voelt het zwaar. Ik wil voor ze zorgen. Voor ze allemaal maar dat gaat niet.  Zoveel kleine kindjes vragen zoveel practische zorg. Stefan en ik samen kunnen dat gemakkelijk aan maar zonder hem... Toen ik met mijn 5 kinderen op lengte voor mij en Myrthe in een draagdoek op mijn buik naar voren liep om de communie te ontvangen, had ik het echt even moeilijk. Ik keek over het rijtje kinderen heen, op naar het levensgrote kruis achter boven in de kapel en dacht: "Heer, moet dat nu echt zo, zonder Stefan de rest van ons leven?" Niet veel fantasie nodig om te bedenken wat ik daarna gebeden heb.

Later had ik een gesprek met een geweldig echtpaar: "Lisette, je moet hoop houden. God kan echt wonderen doen. Je moet erin geloven en ervoor blijven bidden, dat doen wij ook" Ik was blij dat te horen. Het hielp.

Stefan knapte wat op. Omdat we toch in de buurt waren hebben we na afloop een gewaardeerde en wijze collega  in het ziekenhuis bezocht. Als we het op het werk moeilijk hadden, had hij vaak een woord dat ons steunde. We hadden hem al eerder in het ziekenhuis bezocht toen wij nog van niets wisten. Nu zaten we er toch anders. Hij en Stefan tegenover elkaar. Beiden aan de chemo, de een wat verder in de kuur dan de ander. Bijzonder. Het was goed zo.

De kinderen hadden we even bij vrienden gelaten en na het ziekenhuisbezoek hebben we daar gezellig meegegeten. Het was de eerste keer dat we echt gezellig ergens waren en het af en toe ook weer over soort van normale dingen konden hebben. Ook een verademing.

Alles bij elkaar hebben we een mooi en zwaar weekend gehad. Alle gesprekken hebben, zeker mij, geholpen in een stukje verdere verwerking. Dank aan allen. Ons leven blijft voorlopig nog wel even gevangen tussen -aan het ene uiterste- hoop op wonderbaarlijke genezing en -aan het andere uiterste- berusting en acceptatie van een mogelijk naderend afscheid, al draait mijn maag nog steeds om als ik daaraan denk.

Ik sluit af met de woorden van onze gewaardeerde collega: Blijf geloven dat er een plan is. Dit alles is niet voor niets. Blijf geloven dat het Goed is wat God geeft al begrijpen wij er niets van.
Ik zeg amen.








1 opmerking: